Neem toch mijn geschenk
Door dr. K.D Goverts
“Neem toch mijn geschenk, dat u gebracht werd, want God is mij genadig geweest”. {Gen.33:11}. Neem toch mijn zegen, want ik heb alles. Een wonderlijke tekst in vers 11. En daar heeft de NBG-vertaling tot mijn spijt moet ik dat zeggen, de plank dusdanig misgeslagen, dat de hele tekst niet meer uit de verf komt. Want in vers 11 krijg je het vijfde sleutelwoord, want we moeten er altijd nog eentje hebben. En dan vertaalt de NBG-tekst: “Neem toch mijn geschenk, dat u gebracht werd, want God is mij genadig geweest en ik heb alles”. {Gen.33:11}. Neem toch mijn geschenk. Weet je wat er letterlijk staat? En dan denk je, mensen wat een openbaring! Want er staat in het Hebreeuws het woord berakhah. En dat woord berakhah betekent zegen. Weet je wat Jakob op dat moment tegen Esau zegt: neem toch mijn zegen. Neem toch mijn zegen, want ik heb alles. Zie je dat er wat veranderd is? Twintig jaar eerder nam hij de zegen en hij zorgde dat hij als eerste bij vader Isaak kwam om als eerste die zegen in te palmen. Esau viste achter het net. Hij nam de zegen.
Nu zegt hij tegen Esau: neem mijn zegen maar. Jij mag hem hebben. Dan denk je: kijk, dat is het nu. Als je dan op dat moment dat woord zegen gaat vertalen met geschenk, dan blijft er niets meer over van de hele tekst. Neem toch mijn geschenk nee! Neem toch mijn zegen, want ik heb alles. De mens die alles heeft. Zie je het verschil: Esau zegt ik heb veel. Maar Jakob zegt: ik heb alles. En iemand die alles heeft, hoeft niet meer op zijn strepen te staan. Die hoeft niet meer te vechten voor zijn rechten. Ik heb alles. Neem mijn zegen maar. Dit is het meest royale wat je kunt denken. Jij mag de zegen hebben, Esau. Neem maar! Het geschenk is dus geworden tot een zegen. Dat gaat veel dieper. Jakob is in Pniël gezegend en nu wordt hij tot zegen voor zijn broeder. Dat is ook de belofte. In Hèm zullen allen gezegend worden.
Comments (0)