De Sabbat

Door dr. K.D Goverts

De Sabbat is het basisprincipe van de tijd. Vanouds zei men: de sab­bat is gegeven tot heiliging, tot vreugde en tot rust, en niet tot ver­driet. Dat komt overeen met wat Jezus heeft uitgesproken: de sab­bat is er voor de mens. De sabbat is vanouds dan ook geen wet­tische dag, maar een dag die glans geeft aan de andere zes dagen. De sab­bat begint vanouds dan ook met een maaltijd. Op de sabbat ga je dan­ken voor twee dingen: voor de bevrijding uit het diensthuis en voor de bevrijding van de schepping. De Sabbat wordt genoemd: de koninklijke dag. Juist op de sabbat heeft de vrouw een unieke taak. De vròuw bepaalt na­melijk wanneer de sabbat begint. Die begint namelijk niet al­tijd pre­cies op hetzelfde uur. Het begin is op vrijdagavond maar het te­ken is, dat er drie sterren aan de hemel zichtbaar moeten zijn. Dan komt de moeder des huizes; zij heeft de tafel gereed gemaakt en steekt dan de kaarsen aan. En dan spreekt zij de zegen uit.

In Leviticus 25 zien we de sabbat in het groot: het sabbatsjaar. Dat is het jaar van de aflossing. Er is dus een sabbat voor het land. Het land moet ook eens uitrusten. De sabbat is in wezen een stuk dyna­miet onder heel onze maatschappij. Dan wordt de tirannie van het moeten door­broken. Vooral in déze tijd worden veel mensen al te zeer op­ge­jaagd. En dan begrijp je ook het woord van Jezus: ’Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt. Ik zal je sabbat  geven’. In dat eerste ge­deel­te van Leviticus 25 horen we zeven keer die woordstam sjab­bath. Zeven hoort ook hele­maal bij de sjabbath. Het is de dag, die de dagen compleet maakt. Adam begon zijn leven ook met een rustdag. In het woord sjabbath zit het woord ophouden. Met het ophouden wordt de tirannie ver­bro­ken. De Israëlieten moes­ten in Egypte zeven dagen werken. Farao’s ken­­nen geen rustdag. Dat is altijd onder dwang. Nù hebben we de afgod van de productie: er mòet geld worden ver­diend, er mòet winst worden ge­maakt.

 Het sabbatsjaar

Het sabbatsjaar wil dus zeggen: heel de aarde (dat is hetzelfde woord als het land) mag op adem komen. Het land, het vee, alles komt tot rust. In de praktijk blijkt dat ook een heel economisch principe te zijn; ook een stuk land kun je maar niet eindeloos bebouwen. Adam krijgt ook de op­dracht om de Hof te dienen. In het NBG heeft men er heel merkwaardig van gemaakt: hij moet de Hof gaan bewerken. Maar in plaats van dienen is de mens over de aar­de gaan heersen. Heersen dan in negatieve zin. Dat woord wordt vaak misverstaan. God zegt: je mag heersen over alle schepselen. Dat is niet de baas spelen, dat is ook niet uitbuiten. Heersen in bijbelse zin wil zeggen: ver­ant­woor­­delijk zijn vòòr. Zo ook in Genesis 3: de man zal heersen over de vrouw. Naar zijn oor­spronkelijke zin betekent dat dus: ver­ant­­­woor­de­lijk zijn vóór.