Het Hebreeuwse woord voor genezen is rapha’.

Door dr. K.D Goverts

Dat is later ook de naam ge­­worden van een van de engelen: Raphaël. Die naam komt niet direct in de bijbel voor, maar wel in de latere boeken. Het woord rapha’ is in we­­zen een heel kostbaar woord. Rapha’ begint met een resj, dan komt de pee en het eindigt met een ’aleph. (resj-pee-aleph). Dat op zich is al een bij­zonder ge­hei­me­nis, want ‘genezen’ betekent dus eigenlijk dat je te­rug­gebracht wordt bij de ’aleph. Daar ligt de voltooiing. De ’aleph is de één, dat is ook het getal van je oorsprong. Alles is be­gon­­nen bij de ’aleph, dat is in wezen vóór het begin; dat is pre­na­taal en pre­­historisch. De bij­bel begint met een beth, beresjit, maar daaraan vooraf was er alleen God Zelf.
Dan is er alleen nog maar God, de ’aleph, de één. Rapha’ betekent dat je weer te­rug­­­gebracht wordt tot die ’aleph, terug tot die oorspronkelijke een­­­­heid. Dat is heel de weg van een mensenleven. Er is vaak heel wat ge­bro­­­ken en beschadigd. Er is zoveel pijn en moeite, want de reis van een men­sen­le­ven is van de ’aleph  naar de beth, van de één naar de twee om dan uit­ein­de­lijk weer van de twee naar de één te komen.