Hoe zeer het essentieel is dat de Zoon wederkeert tot de Vader.

Door A.H. den Hartog

Want: ware de Zoons-openbaring van den Eeuwige uitgegaan en niet tot Hem wedergekeerd, zoo zou God machteloos hebben gestaan bij het spel Zijner werken. Zoals het Oosten den wind niet meer houden kan, wanneer hij naar het Westen is gevaren, zo zou God Zijn eigen werken hebben zien verwaaien.

Stel je voor: een koning geeft zijn zoon een opdracht. De zoon gaat op pad om die missie te vervullen. Een lange reis, en vader wacht op de terugkomst van zijn zoon. De zoon voert uit wat de vader hem opdroeg, zijn mandaat, heel getrouw, met hart en ziel, kwijt hij zich van wat de vader hem had gevraagd. Maar de zoon keert nimmer tot de vader terug. Vader wacht en wacht: hoe zou het wezen met mijn lieve zoon? Waar zou hij zijn? Hoe zou het met hem gaan? Maar de dagen en nachten passeren in een eindeloze rij – echter, de zoon kwam nimmermeer terug bij de vader. Dan zou toch de vraag zijn: waar blijft de hereniging? Waar en wanneer is daar de ontmoeting tussen de vader en zijn zoon? Voor de hemelse Vader is dit ondenkbaar. Er moet een wederkeer wezen van de Zoon tot de Vader.

Daarom zegt A.H. de Hartog: voor ieder die door denkt, is er dan ook slechts één alternatief bestaanbaar: òf de ganse schepping en dus ook alle vermoeiende heiligheids-worsteling der mensen verliest zich in het toevallige, in het onbestemde; òf er moet een wederkeer van alle arbeid der creaturen, maar bovenal van den Heilige Gods wezen in den Eeuwige. In het laatste alleen heeft de Raad, het bedoelen Gods vastheid.
Ware Jezus Christus slechts opgestaan, zoo ware Hij, de Verheerlijkte, als blijven hangen in de aardse sfeer. Indien Hij met Zijn littekenen niet wederkeert ten troon van het ondoorgrondelijk Wezen Gods, “boven alle hemelen” [Eph. 4, 10], dat is: boven alle, ook de hoogste tijd-ruimtelijke onvastigheid uit, zoo is Zijn en onze ware rust niet gevonden, zoo is onze duurzame “wandel” niet in den hemel.

 Evenwel:  dit is het glorieuze van de Hemelvaart: de Zoon is teruggekeerd naar de Vader. Want hiermee is de Raad Gods vervuld.