Vrede
Door Joop Neven
Premier Netanyahu meldde donderdag 26 juni op X dat Israël werkt aan een uitbreiding van de vredesakkoorden in de regio. In een wereld vol conflict en verdeeldheid klinkt de echo van vredesinitiatieven als de Abraham-akkoorden hoopvol. Deze diplomatieke akkoorden, die in 2020 Israël dichterbij landen als de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein en Marokko brachten, {na al veel eerder Egypte en Jordanië} wekken herinneringen aan een belofte die duizenden jaren geleden werd uitgesproken. {Abraham, “de vader van vele volkeren”. Hij is de stamvader van de Israëlieten en de Ismaëlieten}.
Maar wat betekent deze stap naar vrede in een Bijbels perspectief?
De Bijbel roept voortdurend op tot vrede. Jezus noemt de vredestichters “gezegend” (Matteüs 5:9) en de profeet Jesaja beschrijft de Messias als de Vredevorst (Jesaja 9:5). Toch weten we dat de realiteit vaak verre van vredig is. Het Midden-Oosten, het epicentrum van veel Bijbelse gebeurtenissen, blijft een toneel van spanning en strijd. De Abraham-akkoorden lijken een stap in de goede richting: een poging om verzoening te vinden in een gedeelde geschiedenis.
Toch laat de recente geschiedenis ons zien hoe fragiel vrede kan zijn. De terreuraanval van 7 oktober 2023 verscherpte opnieuw de verhoudingen in de regio, en Saoedi-Arabië—dat op het punt leek te staan om zich bij de akkoorden aan te sluiten—heeft sindsdien een stap terug gedaan. Wat leert ons dit over vrede? Vanuit een Bijbels perspectief is vrede nooit slechts de afwezigheid van conflict. Het is de aanwezigheid van gerechtigheid, vergeving en verzoening.
Daniël 9:27, een van de meest besproken teksten over vrede in de eindtijd, spreekt over een verbond dat tijdelijk standhoudt, maar uiteindelijk wordt verbroken. Je ziet hierin een waarschuwing: menselijke vrede is vluchtig. Alleen Christus kan de wereld brengen tot duurzame vrede. Dat betekent niet dat wij moeten wachten en niets doen. Integendeel. De Bijbel roept ons op om vredestichters te zijn, niet als ultieme oplossing, maar als getuigen van een groter plan.
De Abraham-akkoorden herinneren ons aan de gebrokenheid van deze wereld. Elk vredesinitiatief, hoe oprecht ook, blijft fragiel zolang de harten van mensen niet volledig gericht zijn op de Christus en Zijn komst. Tot die tijd blijft elke stap richting vrede een kleine glimp van Gods grote plan.
Wij leven in chaotische tijden, waar mensen massaal op de vlucht slaan voor oorlog en onderdrukking, waar mensen geen uitzicht meer hebben. Er wordt ons altijd voorgespiegeld dat deze wereld hier de werkelijkheid is. Maar Paulus zegt: “ dat is nou de god dezer eeuw” (het Hebreeuwse woord “olam” of het Griekse woord “aioon”, is geen eindeloosheid, maar een tijdperk, waar een begin en een einde is}.
God beheert de eeuwen, de tijdperken, en Hij voert ze ook uit. Er zijn ook tijden, waarin Hij zijn plannen alleen nog maar lijkt te beheren, om ze vervolgens dan te rechter tijd uit te voeren. Als God zijn plannen beheert, lijkt het soms alsof Hij niets doet.
Dan lijkt het of alles stilstaat, alles stagneert. Maar dan geldt de uitspraak: “als Ik twee dagen zwijg, denken jullie dan, dat er geen derde dag meer komt”? Twee dagen stilte, maar er komt een derde dag. En misschien kunnen we zeggen: tweeduizend jaar stilte, maar er komt een duizendjarig rijk.
En dat zal ook gelden voor het geheimenis van Israël. Het kenmerk van God is Zijn bevrijdend handelen. Heel de Hebreeuwse Bijbel is onder dit ene thema te vatten. “Elohénu hoshia, moshia, jehoshia, onze God heeft bevrijd, bevrijdt, zal bevrijden. Hij bevrijdt de schepping uit de chaos. Als ik denk aan de zevende dag de dag waar de totale mensheid, al doende naar de eenwording wordt gebracht. De Bijbel laat zien hoe God de schepping van zes dagen verenigt met de zevende dag. Op een wonderlijke wijze laat God zien dat de mens in deze wereld niet verlaten is, of losgeslagen is van zijn oorsprong.
Wonderlijk
De laatste letter van het Hebreeuwse alfabet is de taw. Het is wonderlijke van de taw is, dat het de letter van de toekomst is. Bij de vervoeging van de Hebreeuwse werkwoorden naar de toekomende tijd beginnen die vormen altijd met een taw. Al die zinsneden uit de tien woorden Gij zult` is een openleggen naar de toekomst. Geen moeten, maar een beloften. ”Heilig zul je zijn, want Ik ben heilig”, is een belofte. De taw is een toekomstbelofte van leven en onvergankelijkheid. Met de laatste letter gaat de toekomst open. Er is dus nooit een punt, waarin de geschiedenis wordt afgesloten.
“Wanneer alles aan Hem onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen”{1Kor.25:28}.
Was het maar zover.