Ik heb lief Psalm 116
Door dr. K.D Goverts
Deze Psalm begint met één enkel woord: ’ahabhti אהבתי – in de vertaling worden het drie woorden: Ik heb lief.
Eén woord in het Hebreeuws: daarmee is de toon gezet van dit lied. Veel vertalingen en berijmingen voegen er iets aan toe: God heb ik lief.
Er staat alleen maar: Ik heb lief.
En bedenk dat het een messiaanse psalm is; de Heere Jezus zong dit in Zijn laatste avond; na de lofzang gezongen te hebben, gingen zij naar de Olijfberg. Het Hallel: de Psalmen 113 tot en met 118.
Hij zong: Ik heb lief. Een oude preek van ds D. Rustige zegt het zo bijzonder mooi:
Ik heb lief. Zo is Christus opgestaan uit de schoot Zijns Vaders.
Zo is Christus opgestaan uit de schoot der eeuwigheid.
Ik heb lief. Zo is Christus afgedaald in de kolk van smarten en in het graf van de tijd.
Ik heb lief. Zo heeft Christus gezongen, wanneer Hij Zijn volk naspeurde in de velden der ellende.
Want aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten: Gij zult de Heere, uw God liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw verstand en met alle krachten, en u naaste als uzelf.
Zie, Hij was de Enige, Die dat maar kon doen. En Zijn Vader heeft het Hem gegeven, overmits Zijn Vader het wist wie wij waren. En daarom heeft Hij Zich als Borg volkomen gegeven en heeft Hij het Zijn Vader toegeroepen: Ik heb lief.
Hij is de Enige, Die liefheeft. Hij is de Enige, Die dat vermag.
Hij is de Enige, Die dat volharden kan en vol kan houden.