De Duurzaamheid van Jisra’el
Door dr. K.D Goverts
neetzach Jisra’el ישראל נצח Dit is de letterlijke betekenis van 1 Samuel 15, 29. Als daar de crisis is: Saul heeft gefaald als koning, Samuel heeft de hele nacht tot God geroepen, een noodkreet vanuit zijn hart, het koningschap wordt van Saul afgescheurd.
Maar dan zegt Samuel wel: de Duurzaamheid van Jisra’el – Hij is onveranderlijk.
Er zijn negen duurzaamheden in Jisra’el:
tien eeuwigheden – tien geheimenissen die nooit voorbij gaan:
- het verbond zie Jesaja 55, 3 want Ik zal met u een eeuwig verbond maken: de getrouwe goedertierenheden van David
- goedertierenheid, chèsed חסד met eeuwige goedertieren-heid zal Ik Mij over u ontfermen: het is Verbondstrouw, gegrond in de Naam des HEEREN, in Zijn diepste wezen.
- verlossing: Jesaja 45, 17 Jisra’el is [of wordt] verlost in den HEERE, een verlossing der eeuwen, een eeuwige ver-lossing. Teshu ‘ah תשועה daar ligt de naam Jeshua‘ eigenlijk al in verborgen: Jezus. ישוע
En: Jisra’el wordt verlost, ook daar zit hetzelfde woord in: nosha‘ נושע wordt bevrijd, door de HEERE, of letterlijk: in den HEERE: want de eeuwige verlossing is in HEM
- hoogheid: Ik zal u stellen tot eeuwige Hoogheid, tot een vreugde geslacht op geslacht. Jesaja 60, 15 ga’on ‘olam עולם גאון eeuwige Excellentie, eeuwige Verhevenheid.
- eeuwige Vreugde: Jesaja 51, 11 eeuwige vreugde zal op hun hoofd zijn; simchat ‘olam עולם שמחת
De vrijgekochten des HEEREN zullen terugkeren, en ze zullen komen in Tzion met gejubel.
- een naam: Ik zal hen in Mijn huis en binnen Mijn muren een plaats geven en een naam, beter dan zonen en dochte-ren: een eeuwige naam zal Ik ieder van hen geven, die niet zal worden afgesneden. Jesaja 56, 5 sheem ‘olam עולם שם Hier gaat het speciaal over de eunuchen. Maar in Zeph. staat het, in zijn slotwoorden: Ik zal hen stellen tot een lofzang, en tot een naam. Zeph. 3, 19. En dan in vers 20: Ik zal u stellen tot een naam en een lof-zang, onder alle volken der aarde, als Ik uw gevangenis zal wenden, of: als Ik u een terugkeer zal doen keren. En in Jes. 55, 13: voor een doornstruik zal een cypres op-gaan, en voor een distel zal een mirteboom opgaan; en het zal den HEERE wezen tot een naam.
- licht: een eeuwig licht. Jesaja 60, 19 – 20: De zon zal u niet meer wezen tot een licht des daags, en tot een glans zal u de maan niet lichten; maar de HEERE zal u wezen tot een eeuwig Licht, en uw God tot uw sierlijkheid. Uw zon zal niet meer ondergaan, en uw maan zal zich niet meer intrekken, want de HEERE zal u tot een eeuwig Licht wezen, en de dagen uwer treuring zullen een einde nemen. eeuwig Licht: ’or ‘olam עולם אור voor Tzion, voor de stad van God, voor Jerusalem. een teken: het zal den HEERE zijn een eeuwig teken, dat niet zal worden afgesneden. een eeuwig teken ’ot עולם אות Jesaja 55, 13
- de eeuwige God: ’Eloheei ‘olam עולם אלהי God van de eeuwigheid, de God die de eeuwen omvat en de eeuwen verduurt. Jes. 40. 28 Hij wordt noch moede noch mat. Zie ook Jes. 63, 12 Hij deed hen gaan aan de hand van Mozes, Hij kliefde de wateren voor hun aangezicht, opdat Hij zich een eeuwige Naam maakte. sheem ‘olam עולם שם Hoe wonderlijk mooi is Uw eeuwige Naam
- een eeuwig volk: en wie zal, gelijk als Ik, roepen en het verkondigen, en het ordentelijk voor Mij stellen, sedert dat Ik een eeuwig volk gesteld heb? Jesaja 44, 7 ‘am ‘olam עולם עם een eeuwig volk.
Bullinger – de kenner van de Schriften [ Ethelbert William geboren in 1837 in Canterbury, overleden te Londen in 1913] zegt in dit verband: Jisra’el is het aloude Volk, the ancient People en dat wil zeggen: het is the everlasting Nation, de eeuwige Natie. Al die volkeren die Jisra’el verdrukt en vervolgd hebben, zijn voorbij gegaan: het rijk van de Pharao’s, Assur, Babel, het oude Griekse rijk, het Romeinse rijk maar Jisra’el blijft, en als het hersteld is, zal het blijven voor immer en altoos.
Het is gegrond in de Raad Gods – Zijn gedachten. en Gods gedachten zijn eeuwig.
De Raad des HEEREN, die zal bestaan. Zoals die oude predikant van de Veluwe, ds Dirk Rustige, zei in een preek: de HEERE, Hij zal Zijn volk niet laten gaan: Israël kan Hij niet laten gaan, en zal Hij niet laten gaan, want ze zijn uit het Hart Gods voortgekomen. Het waren Zijn lievelingen uit de nooit begonnen eeuwig-heid. Toen was die kudde daar, en toen was die Herder daar, toen waren de lammeren daar en de ooien op de bergen en op de velden der eeuwigheid. Want Gods Woord heeft draagwijdte en draagkracht, totdat de laatste van Zijn keurlingen is ingezameld. Dit is niet uit mijn hart of uit uw hart. Dit is uit het Hart van de Ongeschapene. Als het erop aankomt, is er maar één Bidder en één Danker: dat is de HEERE Jezus.
De profeet heeft gezien dat dat volk een thuiskomen zou krijgen aan het Vaderharte Gods. Hij laat Zijn volk niet gaan. Al wat Hij doet, is voor eeuwig. En in Jesaja 27 zegt de HEERE: gij zult ingezameld worden, kinderen van Jisra’el, één voor één. Zie vers 12 en ook vers 13. Het woord dat hier staat in de grondtekst, duidt op het aren lezen: ge zult opgelezen worden, één voor één. Zo zorgzaam, zo met aandacht en tederheid.
God is getrouw, Zijn plannen falen niet. En: Hij vergeet de Zijnen niet. Of: zoals Paulus zegt aan het slot van Romeinen 11: Hij heeft allen onder de ongehoorzaamheid besloten, om zich over allen te ontfermen. Rom. 11, 3. en Rom. 11, 27 – 29: En dit is Mijn verbond met hen, dat Ik hun zonden zal wegnemen zo zijn zij wel vijanden aangaande het Evangelie, om uwentwil, maar aangaande de verkiezing zijn zij beminden, om der vaderen wil. want de genadegiften en de roeping Gods zijn onberouwelijk
Daar komt God nooit op terug.
Hij zal Zijn waarheid nimmer krenken maar eeuwig Zijn verbond gedenken.