De ‘rechtspraak‘ van het Sanhedrin

Door dr. K.D Goverts

Pilatus staat nu voor het dilemma wat hij verder zal gaan doen. Dan is daar die menigte die hem omgeeft. De menigte die schreeuwt dat Jezus ge­kruisigd moet worden. En dan zegt Pilatus: “dit is volgens uw eigen wetten niet mogelijk”. We moeten hierbij wel in aanmerking nemen, dat het verhoor van Jezus door het Sanhedrin niet is gebeurd in een officiële zitting van dit rechts­college. Er was geen sprake van een officiële aanklacht, noch van een officieel beschreven vonnis, dat aan Pilatus kon worden overhandigd. Bovendien waren er geen verdedigers die ten gunste van Jezus konden optreden. Voor een zitting volgens de geldende regels ontbrak ten ene male de tijd. We kunnen hier beter spreken voor een ‘hoorzitting’, van een ‘voorlopig onderzoek’. Als genoemd verhoor door het Sanhedrin als een officiële zitting zou worden be­schouwd, zouden er nogal wat fouten door dit rechtscollege zijn ge­maakt. Volgens de wetten van de joodse traditie be­hoort een rechter eerst een hele dag te vasten, voordat hij een vonnis mag uitspreken. Die rechter moet zich eerst daar helemaal op voorbe­reiden.

In de tweede plaats moet het vonnis de goedkeuring hebben van het San­hedrin en de handtekening van de president van de rechtbank.

In de derde plaats mocht een misdadiger nooit op dezelfde dag als waar­op het vonnis was uitgesproken, worden terechtgesteld. Daar moest als het ware eerst nog een nacht overheen gaan, een nacht waarin het nog kon bezinken en waardoor er geen overhaaste stappen werden ge­nomen.

De volgende dag behoort men nog aan het Sanhedrin de vraag voor te leggen om het hele proces opnieuw te bezien. De volgende dag moet het dus eerst nog eens opnieuw bekeken worden. Bovendien, volgens de regels van die tijd, zou daar een man moeten staan bij de deur van de rechtszaal met een vlag en een eind verder­op iemand met een paard. Dit om de naam van de misdadiger uit te roepen en ook zijn misdaad en tevens de namen van de getuigen. Dit was noodzakelijk om te kunnen weten of er eventueel nog iemand in het voordeel van de beklaagde kon getuigen. Dus dan roep je die naam uit waarbij je zegt wat hij heeft gedaan. Dan is er ook nog de mogelijkheid dat er getuigen opstaan die zeggen: maar ik wil die persoon verdedigen. Als de gevangene dan op weg is naar zijn terechtstelling, dan heeft hij nog het recht om driemaal terug te ke­ren. Hij kan onderweg nog drie keer teruggaan en zeggen: er zijn nog nieuwe gezichtspunten en die kun­­nen mij tot voordeel strekken.

Maar dat maakte allemaal geen in­druk. Ze bleven roepen: kruisig Hem!

 

Comments (0)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *