De wraak van Job

Door dr. K.D Goverts

De vrienden van Job kenden alleen de afgod van de vergelding in ne­ga­tieve zin. Aan het eind van het boek Job wordt Job voorbidder voor die vrienden, dat is de wraak van Job. Dat is het hoogtepunt van het boek Job. Hij mag voorbidder worden voor de vrienden, tussentreder: de mens die recht en waarheid aangaande God gesproken heeft en die van­ouds de taak van voorbidder al kende (zie Job 1:5). Hij die nu boven­dien ingeleid is in de geestelijke we­reld, is degene die geschikt is om deze op­dracht te vervul­len. De vrienden kenden alleen de afgod der ver­gelding.  Op Golgotha bidt Jezus voor zijn beulen, dat was zijn vergelding.

Vergelding en straf

In het bijbelse denken kom je dan op het terrein van de vergelding. Vergelden heeft niet de betekenis van: straffen. Het Hebreeuws heeft in wezen geen woord voor straf. Er is in dit ver­band wel het woord jachag, dat eigenlijk corrige­ren betekent. Dat ver­taalt men dan vaak met straffen. Een bepaalde daad brengt gevolgen met zich mee. Dat is, wat bij ver­gel­ding zo’n grote rol speelt. Daden hebben hun werkingssfeer. De da­den van een mens werken iets uit. Wat een mens zaait, zal hij oog­sten. De Bijbel (Numeri) heeft dan de zegswijze: “Iemands kwaad zal op zijn eigen hoofd neerkomen”. Dat kwaad heeft dan een soort boe­merangeffect. Door wat een mens doet, roept hij iets op.

Dat heeft niets te maken met het idee, dat God door jouw kwade da­den je ellende zou willen bezorgen. Maar doordat de mens bepaalde risico’s neemt, komt hij op verboden terrein. Dan loop je het gevaar, dat je ge­beten wordt door allerlei machten en krachten. Dan stap je buiten de be­scher­ming.

 

 

 

Comments (0)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *