Het hoofd der vrouw is de man

Door Joop Neven

“Het hoofd der vrouw is de man” {1 Kor. 11:3}. Het woord, dat in deze tekst gebruikt wordt voor “hoofd”, duidt zowel in het Grieks als in het Hebreeuws waar het van afgeleid is, niet op baas. Dat is ons culturele misverstand als wij dit soort teksten lezen. Dan hebben wij direct het idee van baas. Zoals bijvoorbeeld: mag ik even het hoofd van de afdeling. Die heeft het daar voor het zeggen. Of de hoofdzuster, die de lakens uitdeelt. Wij verbinden dat woord vaak met de chef, de directeur, het hoofd van de school en dergelijke. Maar dat woord hoofd betekent vanuit de Hebreeuwse achtergrond ei­gen­­lijk de bron. Dus als er gesproken wordt over hoofd in 1 Kor.11:3, dan heb je te maken met een bronfunctie. Net zoals er staat in 1 Korinthe 11: “Het hoofd van Christus is God”  {1 Kor. 11:3}. Hij is de Bron, waar Jezus uit leefde. En Jezus zei steeds: Ik krijg het van de Vader en de Vader geeft Mij, wat Ik zal spreken en doen (Joh. 5:19,­20)­. Dus Jezus beleefde ook, dat de Vader het Hoofd, de Bron was, waaruit Hij kon leven.

Dus als je in het bijbelse denken gaat spreken over het hoofd, heeft dat te maken met de gedachtewereld. Uit welke bron ga je leven? Het heeft niets te maken met hoger of lager. Het hoofd is de bron, de oorsprong.

Comments (0)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *