De drinkbeker in Gethsémané

Door Joop Neven

Jes.53 : 1-10 en Matth.26 :39

Er zijn over deze Bijbelverzen verschillende verklaringen. Vaak wordt gezegd, dat het lijden van de Here Jezus zo erg werd dat Hij noodgedwongen het verlossingswerk wilde opgeven., zodat het een mislukking zou worden. In Gethsémané kwam toch de wil van de Zoon in botsing met de Wil van de Vader, daar was een ogenblik dat er geen overeenstemming was, daar was een ogenblijk dat de Zoon bad: Neem dat lijden weg! Neem dat kruis weg, neem weg die drinkbeker! Ik wil, Ik kan hem niet drinken, al is het ten koste van alles, van de redding der wereld en van de heerlijkheid daarna, die Mij na het lijden is voorgesteld. En indien de Vader daaraan gehoor had gegeven, dan zou het grote doel, de Beide zich hadden voorgesteld, nooit zijn bereikt. Er wordt vaak gezegd, dat daar in de hof een gebed werd gebeden dat niet werd gehoord. Misschien moeten we daar eens naar kijken. Misschien dat de algemene uitleg in strijd is met het Woord van God, en het getuigenis, dat dit over de Zoon heeft gegeven. Dat het een schaduw werpt op het verlossingswerk van de Here Jezus Christus.

Ps.40 :8 en 9:  “Zie, ik kom; in de boekrol is over mij geschreven; ik heb lust om uw wil te doen, mijn God”. De Heer zegt zelf dat dit het doel was, waarvoor Hij was gekomen, namelijk de wil des Vaders te doen en te volbrengen. ´Mijn spijze, dat ik doe de WIL degenen, die mij gezonden heeft, en Zijn werk volbrengen {Joh.4 : 34}. Ik ben uit de hemel nedergedaald, niet omdat ik mijn wil zou doen, maar de wil des Vaders die mij gezonden heeft {Joh.6 :38}. Ik zoek niet mijn wil, maar de wil des Vaders die mij gezonden heeft {Joh.5:30}.

Hieruit blijkt duidelijk dat het vaste voornemen van de Zoon is geweest, zijn wil te voegen naar de wil van de Vader. Heeft Hij dat niet kunnen volbrengen? In Johannes 10 vers 17-18 staat: Hierom heeft Mij de Vader lief, omdat Ik mijn leven afleg om het wederom te nemen. Niemand ontneemt het Mij, maar Ik leg het uit Mijzelf af. Ik heb macht het af te leggen en macht het weder te nemen; dit gebod hen ik van mijn Vader ontvangen”. Is hij aan dat gebod ongehoorzaam geweest in Gethsémané? In Joh 10:30 staat: Ik en de Vader zijn één. Eén van zin, één van wil en voornemen om het doel te bereiken namelijk, Redding brengen. En de vraag is, heeft het lijden in Gethsémané die éénheid verbroken, al is  het maar voor een korte tijd? Kan er sprake  zijn, dat de Zoon een gebed tot de Vader bad in Gethsémané, dat niet is verhoord? Werd het gebed in de hof dan niet gehoord? Het zijn vragen, waarop geen antwoord te geven is, indien wij willen vasthouden aan de stelling, dat de Heer in Gethsémané gebeden heeft om vrijstelling van het offer van Golgotha. Toch zegt de Bijbel wel degelijk dat Zijn gebed is verhoord, en als dat niet het geval was, waren wij nu nog in onze zonden. Paulus zegt in Fil.2 : 8  dat Hij gehoorzaam geweest {ook in Gethsémané} is tot de dood, ja de dood des kruises . En dat er geen enkele smet valt op het verlossingswerk van Christus.

Drie teksten  uit de Evangeliën:
Matth26: 39: En Hij ging een weinig verder en Hij wierp Zich met het aangezicht ter aarde en bad, zeggende: Mijn  Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan; doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.

Mark.14:36: en Hij zeide: Abba, Vader, alles is U mogelijk, neem deze beker van Mij weg. Doch niet wat Ik wil, maar wat Gij wilt.

Lucas 22: 42: deze woorden: Vader, indien Gij wilt, neem deze beker van Mij weg; doch niet mijn wil, maar de uwe geschiede!

Het valt allereerst op dat alle evangelisten spreken van deze drinkbeker, en het is niet goed dat we de drinkbeker van Gethsémané verwisselen of vereenzelvigen met de drinkbeker van Golgotha. Nadat Petrus het zwaard had gehanteerd, zei de Heer:  Steek Uw zwaard in de schede. De drinkbeker, die de Vader gegeven heeft, zal ik die niet drinken? Hier hebben we een andere, een latere drinkbeker, die rechtstreeks uit de hand van de Vader kwam, en de Heer heeft geen moment gedacht om deze te weigeren. Maar de drinkbeker van Gethsémané kwam niet rechtstreeks uit de hand van de Vader. De drinkbeker van Gethsémané was een bijzondere drinkbeker, en die Hij daadwerkelijk aan het drinken was, toen Hij zijn gebed tot de Vader opzond: Laat deze drinkbeker voorbijgaan. We hebben net gelezen  Abba, Vader, alles is U mogelijk, neem deze beker van Mijn weg. Dat hier een andere macht aan het spel was, die de beker toediende, is duidelijk. De Zoon vraagt de Vader, om degene, die deze drinkbeker, daarvan te weerhouden,. De Zoon wist maar al te goed dat de drinkbeker op Golgotha niet aan Hem voorbij kon gaan. Welke drinkbeker is het dan wel?

Nadat de laatste maaltijd met  de discipelen was geweest, en de Meester hen nog vele troostrijke woorden had gesproken zie Hij: Ik zal niet veel meer met u spreken, want de overste dezer wereld komt en hij heeft aan mij niets, maar opdat de wereld wete, dat ik de Vader lief heb, en alzo doe, gelijkerwijs de Vader mij geboden heeft. Staat op, laten wij van hier gaan. {Joh.14:30-31}. De tocht naar Gethsémané werd aanvaard. Met de overste deze wereld wordt de satan bedoeld, dat betekent dat Jezus een persoonlijke ontmoeting met satan verwachtte. En het doel daarvan hebben we net gelezen namelijk, om aan de wereld te tonen, dat de Zoon de Vader lief heeft, en doen zou, zoals de Vader Hem geboden had. De drinkbeker van Gethsémané is de letterlijk vervulling van Jesaja 53: 10  Hij heeft Hem krank gemaakt. We lezen in dat zelfde hoofdstuk  dat Hij geen gestalte had, dat we Hem zouden begeerd hebben. Maar we lezen in de Evangeliën niet, dat Hij met ziekte te worstelen had. En toch moest Hij ziek worden om onze krankheden te kunnen dragen. Hij moest toch in alles met ons mee kunnen lijden. Maar bovendien, als wet getrouwe Israëliet zou Hem geen ziekte overkomen. Hij heeft toch de wet vervuld? De Heer moest ook volgens Jesaja’s profetie ziek gemaakt worden. Hij werd in alles verzocht {Hebr.4:15}. En we lezen van verschillende verzoekingen door de satan. Die verzoeken, in verleiding brengen, was niet van de Vader, want God verzoekt niemand. Jacobus1:13}.

Als we letten op Job, de bij uitstek rechtvaardige knechts Gods, genoot een grote heerlijkheid en rijkdom en moest dit alles prijsgeven. Alles werd hem ontnomen en er kwam geen klacht over zijn lippen. Maar zijn gezondheid mocht hij houden, totdat tenslotte satan, die ook hier de verzoeker was, de vrijheid werd gegeven zijn lichaam aan te tasten, en hem ziek te maken. Toen pas riep Job om uitkomst. Job leerde ook in zijn lijden gehoorzaamheid. En zie,  Uw wil geschiedde;…  Toen kwam de verhoring. Job werd uit zijn lijden verlost, want hij was in alles oprecht gebleken. Satan werd beschaamd. Job kwam tot dubbele heerlijkheid. De Here Jezus ontledigde Zichzelf van alle heerlijkheid, geheel vrijwillig. Niets bleef van Hem over. Geen enkele beproeving die satan op Hem losliet ging Hij twijfelen. De beproeving van ziekte bleef tijdens Zijn rondwandeling op aarde bespaard. Maar die had plaats in Gethsémané. Dat de Heer in Gethsémané aangetast werd door een ziekte blijkt ook duidelijk ui Lucas 22:44  dat Zijn zweet werd als klonters bloed, die op de aarde neervielen.  Laten we maar geen moeite doen om uit te zoeken wat voor ziekte het geweest is. Het is ook niet verwonderlijke dat de Heer bad om er van verlost te worden, niet vanwege het lijden, maar er is een andere reden. Het offerlam in Israël moest zonder enig gebrek zijn en volkomen gezond  zijn {Deut15:19-23}. En zou dan Het Lam ter slachting geleid kunnen worden, dat tot de dood ziek was? En Hij werd als een Lam ter slachting geleidt {Jes.53:7}. Van deze drinkbeker moest de Heer verlost worden. Het was niet in de eerste plaats voor Zichzelf, maar voor de gehele wereld, dat de Heiland bad in Gethsémané en werd verhoort. Nu begrijpen we meer van de bedoeling van Johannes 14: 30-31, in Gethsémané moest de wereld weten, dat Ik de Vader liefheb en zó doe, als Mij de Vader geboden heeft. De vraag is het gebed in Gethsémané verhoort? Daar is geen twijfel aan. De Zoon werd niet beschaamd:  En Hem verscheen een engel uit de hemel om Hem kracht te geven.{Lucas 22:43}. In Hebreeën 5 : 7 staat:  Tijdens zijn dagen in het vlees heeft Hij gebeden en smekingen onder sterk geroep en tranen geofferd aan Hem, die hem uit de dood kon redden, en Hij is verhoord om zijn Godvrezendheid, en zo heeft Hij , hoewel Hij Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden.

We zien na Gethsémané een verandering. Als een koning staat Hij enige ogenblikken later tegenover de bende, die op een enkel woord van Hem ter aarde valt. Als een Levensvorst geneest Hij wonderen die door Petrus geslagen zijn. Vol majesteit staat Hij voor Kajafas en Pilatus en verdraagt de smaad en schande. Aan het kruis hing Gods geliefde Zoon, in Wie en door Wie en tot Wie het heelal geschapen is {Kol.1:13-16}. Tot dat moment had Hij steeds in Gods nabijheid geleefd. Nooit had Hij iets anders gekend dan de nabijheid van de Vader. Daarom kon Hij van Zichzelf getuigen: Hij heeft Mij niet alleen gelaten, want Ik doe altijd wat hem behaagd {Joh.8:29}.

Alles wat er in de wet, de profeten en de psalmen over Hem staat geschreven is in vervulling gegaan. Christus heeft als Zoon van God, als mens op aarde bewezen, dat Hij in alles volmaakt was, een volmaakt Beeld van Zijn Vader, en een volkomen mens, Die in Hem in alles gehoorzaam was geweest. Daarom zegt de Heer aan het kruis niet: “Ik heb het volbracht”, maar  Het is volbracht. De diepste beweegredenen van al Zijn handelen is Liefde. Liefde is de oorsprong van alles. Echte liefde berust op vrijheid en in de liefde is geen vrees.

Al de krachten en machten lopen stuk op Zijn  liefde.

Begonnen met de drinkbeker in Gethsémané en eindigen in het bovenhemelse, daar waar Christus is. De aanklager houd een lang betoog, maar dan gaat de deur open en dan komt de Getuige, de Getrouwe en Waarachtige binnen en Hij zegt: Ik heb mijn bloed gegeven. Dan is aanklager uitgepraat.  En zijn hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam {Openb.12:11}. Alles loopt stuk op het Lammetje {grieks arnion}.

In deze boze aioon {eeuw} lijkt wel of het kwaad gaat winnen, maar dan zien we en het Lam stond. Het Lam blijkt zwaarder te wegen dan al de machten bij elkaar.

O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zij zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen! Want: wie heeft de zin des Heren gekend? Of wie is Hem tot raadsman geweest? Of wie heeft hen eerst iets gegeven, waarvoor hij vergoeding ontvangen moet?

 Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen: Hem zij de heerlijkheid tot eeuwigheid! Amen {Rom.11:33-36}.

 

 

 

 

 

 

Comments (0)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *