De brede en smalle weg.

Door Joop Neven

Deze foto is genomen in het fjordengebied, Trollstige in Noorwegen. Het  behoort, volgens de folders, tot één van de mooiste wegen op aarde. Daar zullen de meningen ongetwijfeld verdeeld over zijn, maar het was adembenemend mooi, de haarspeldbochten snijden door het landschap van watervallen, bergen en in het voorjaar sneeuw.

Toen ik deze foto later nog eens goed bekeek, moest ik denken aan de poster van John Bunjam, “de brede en smalle weg”. De betekenis van deze afbeelding was vroeger bij ons thuis nog wel eens punt van discussie. De brede weg is de weg die leidt naar het verderf, de smalle weg is de weg naar Redding, zo was {is} de redenering. En nu maar hopen dat je op de smalle weg komt, dat was zo ongeveer de gedachte. Gelukkig is God anders.

Deze afbeelding,{de brede en de smalle weg}die in veel orthodoxe kringen hing, was bedoeld als een artistieke weergave van Jezus’ onderwijs in de Bergrede  (Mattheüs 7:13,14) waarin Hij zijn volk toespreekt over het ingaan in het Koninkrijk. Wat Hij hen voorhoudt is dat velen het leven van dat Koninkrijk niet zullen meemaken maar zullen omkomen. Dat Jezus echter slechts gezonden was tot het huis van Israël en hén sprak (Mat.15:24), dat werd er niet bij verteld. De kerk was immers het nieuwe Israël… Evenmin begreep men dat Jezus sprak met het oog op het komende Koninkrijk dat geregeerd zou worden vanuit de stad Jeruzalem (Mat.5:35). Op aarde dus. In plaats daarvan ging men het Koninkrijk uitleggen als ‘de hemelse gelukzaligheid’ en “het verderf” als de eindeloze hel. Van aeon (eeuw, tijdperk) maakten Bijbelvertalers een eeuwigheid en van Gehenna (= het dal van Hinnom bij Jeruzalem) een hel.

Door het ontbreken van zicht op de indeling van de Schriften (Gal.2:7-9) en op Gods “plan der aeonen” (Ef.3:11) ontstond een karikatuur van de Bijbelse toekomstverwachting. De kerkleer maakte van oordeel en dood een eindbestemming. Zonder zicht op het alomvattende perspectief van rechtvaardiging (Rom.5:18), levendmaking (1Kor.15:22), verzoening (Kol.1:20) en redding (1Tim.4:10) moest de voorstelling van ‘de twee wegen’ juist dienen als herinnering aan de hopeloze afloop van het merendeel de mensheid.

Enfin, de smalle weg die wij in Noorwegen volgde, leidde in ieder geval naar iets moois, namelijk, een prachtig {uit}zicht op de toekomst, Zie, Ik maak alle dingen nieuw.

Comments (0)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *