Wat moest de mens doen in de hof van Eden?

Door dr. K.D Goverts
Wat is dat: de hof van Eden. En wat zijn die bomen. Wat moest dus de mens dus eigenlijk doen in die hof van Eden? Hij zou er, gezien het principe van de schepping, het beginsel van de 1 – 2 – 1, alles wat er om heen was in die tweeheid waarin het verscheen, weer moeten terugbrengen tot de eenheid door hen, de mens zelf, heen. Het werk in de hof van Eden wordt omschreven als “obed” en “shomer”, letterlijk als “werken”en “behoeden” De mens heeft er dus een taak waar niet hij de heer is, de eerste, maar waarmee hij de aanwijzingen van de Heer, die hen deze taak heeft gegeven, volgt. Dit “werken” is niet een dienst aan een wispelturig en hard heer, maar hij doet het werk in vertrouwen dat het goed komt.

Het tot “één” maken van de tweeheid in die wereld heeft dus als principe dat het gedaan wordt in het geloof en het vertrouwen dat de heer die de aanwijzingen gaf het goed wist en goed bedoelde en dat de uitkomst zeer zeker heel goed zou zijn. De basis van dit een-maken is dus niet het vooraf zelf bepalen waarom men dat zo gaat doen, b.v. omdat men zelf gezien heeft dat het veel resultaat zal opleveren, maar het is puur omdat God gezegd heeft, dat als mens het zo deed, het resultaat goed zou zijn, omdat men dus God vertrouwt geloof is vertrouwen}. Daar God de wereld maakte om de mens het grootste geluk te laten ondergaan op de weg naar de eenwording, geheel om niet. Zo als God de weg aan de mens geeft “om niet”, zo zou de mens moeten gaan “om niet”. Zou de mens de weg eerst willen uitrekenen en afwegen, en het bewijs willen vinden, dat die weg inderdaad goed is, dan was het zijn weg geweest, dan zou hij het doen voor zichzelf en niet voor God.

De basis van de schepping is gegrondvest op basis van vertrouwen, van liefde voor elkaar.

Het woord voor “geloof”, of “vertrouwen” is een hogere vorm van het woord “bewijsbare waarheid”. Cijfer matig is het i.p.v.1 – 40 – 400 de 1 -40 – 50, dus als slot dat wat wij hebben leren kennen als de nieuwe schepping. Geloof loopt dus voorbij deze wereld naar de achtste dag. Het is van een andere orde dan de bewijsbare wereld. Het bewonen van de hof van Eden, het bereiken van de boom des levens, is dus niet een intellectuele zaal. Voorwaarde is de instelling of mens de weg van God wil aanvaarden, zonder zelf eerst beoordeeld te hebben of die weg wel past bij onze voorstellingen en of niet een andere, een eigen weg wel past bij onze voorstellingen en of niet een andere, een eigen weg, betere resultaten zou kunnen afwerpen. We weten dat de weg die God gaat, en de aanwijzingen die God geeft om de hof te bewerken en te bewaren heel goed is, zonder een bewijslast te zien,

Hij het doel zal bereiken.

Comments (0)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *