Het Loofhuttenfeest en Prediker
Door dr. K.D Goverts
Het boek Prediker werd vanouds gelezen aan het eind van het Loofhuttenfeest, op de laatste dag van Sukkoth. Dat is op zich al heel typerend. Het Loofhuttenfeest heeft als slotdag de Simchat Torah, de vreugde der wet, of beter gezegd: vreugde van de onderwijzing. Het is dat laatste grote feest, waarin je bezig bent met de tocht door de woestijn. Je bent uit Egypte gegaan en dan trek je door de woestijn. Als dat feest ten einde is, moet je weer het leven in. Dan begint, om zo te zeggen, de feestloze tijd. Sukkoth is het herfstfeest en daarna ga je de winter in. Als het feest voorbij is, wat dan? Dat is net als aan het eind van de sjabbat op zaterdagavond, dan begint het lieve leven weer. En hoe lief is dat leven dan? Dan moet je er weer tegenaan! Het maandagochtend-syndroom.
Het Loofhuttenfeest is het feest van de allerhóógste verwachting, het is het feest van de hoop. Maar je bent nog onderweg door de woestijn heen. Je bent nog op weg naar het Land der Belofte. Je komt vanaf de Berg van de Openbaring, dus je zit eigenlijk tussen openbaring en voleinding in. Aan de ene kant de Berg van de Openbaring en aan de andere kant de uiteindelijke verlossing. Het is een soort ‘Romeinen 8 situatie’. Je bent kind van God, maar je bent nog op weg.
“De hoop, die nog niet gezien wordt”, zegt Paulus dan in Romeinen 8.
“We verwachten de verlossing van ons lichaam”. We verwachten de uiteindelijke wederoprichting.
Je bent nog op weg naar die tikkun, het Hebreeuwse woord voor de wederoprichting, het wederherstel, het herstel van alle dingen. Je bent dan ook aan het eind van de Torah, want op de laatste dag van het feest wordt Deuteronomium 34 gelezen, maar ook tegelijk weer Genesis 1. Je komt aan het eind van de vijf boeken en je gaat weer terug naar het begin. Degene, die voor mag lezen heet bruidegom van de Torah. Maar hij wordt altijd bruidegom genoemd en niet echtgenoot. Het is net alsof je in die bruiloft blijft hangen. Daarom is het niet toevállig, dat men juist op dàt moment het boek Prediker heeft geplaatst; dan krijg je de ontnuchtering. Juist als je voor het laatst de geur van de sjabbat inademt en als daarna de gewone dag weer gaat beginnen.
Dus die ontnuchtering wordt in het feest opgenomen. Daar zit natuurlijk iets heel heilzaams in. De gebruikelijke gedachte is, dat je feestviert zolang als je kunt en dat je dan de volgende dag met een kater zit. Dat is de geest van deze eeuw, dan komt de kater na het feest.
Wat de Hebreeuwse mens doet, is veel mooier, want hij bouwt de nuchterheid alvast in het feest ín. Je komt niet opeens op straat te staan om je dan pas te realiseren, dat het feest voorbij is. In het feest zit aan het eind al de bezinning en ben je je bewust van het feit dat je loofhutje in de woestijn staat. Je zit niet ergens in een soort luilekkerland, in een droomwereld, maar ‘die loofhut staat met beide benen op de grond’.
Comments (0)