“…gelukkig hij, die uw kinderen zal grijpen en tegen de rots verpletteren”.

“…welzalig hij, die uw kinderen zal vastgrijpen en ze zal verstrooien naar de Rots toe”.

Let wel: de Rots, met een hoofdletter, dit i de Heer Zelf, die elders immers ook “de Rots” genoemd wordt {b.v. Ps.18:2}. Deze vertaling is volkomen verantwoord, mede omdat “verbrijzelen grondbetekenis heeft van “verstrooien”. {zie Jes.11:12 waar het vertaald is met “verstrooien”}. In deze vertaling hoeven we niet langer te zitten met een onbegrijpelijk oproep tot gruwelijk geweld.

“ha sela” {“de Rots”} kan ook als plaatsnaam opgevat worden. Evenals in 2 kon.14:7, waar het gaat over Sela, oftewel de beroemde rotsstad Petra in het gebeid van Edom. Dan wordt de lezing dus: “…welzalig hij, die uw kinderen zal vastgrijpen en ze zal verstrooien naar de Rotsstad”.
Dat kan ook héél goed in het verband van Psalm 139, want Edom was juist twee verzen eerder genoemd {in vers 7}. De illustere stad Petra {min of meer synoniem met Bosra} zal nog een grote rol spelen in de eindtijd. Het lijdt geen twijfel dat Petra de plaats is die Gos bereid heeft in de woestijn als onderduikadres voor het gelovig overblijfsel van Israël gedurende de grote verdrukking {Openb.12:6; Micha2:12}.

Comments (0)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *