Onze God, van wie wij hoopten
Door dr. K.D Goverts
“Hij zal voor eeuwig de dood vernietigen, en de Here Here zal de tranen van alle aangezichten afwissen en de smaad van zijn volk zal Hij van de gehele aarde verwijderen, want de Here heeft het gesproken. En men zal te dien dage zeggen: Zie, deze is onze God, van wie wij hoopten, dat Hij ons zou verlossen; dit is de HERE, op wie wij hoopten; laten wij juichen en ons verblijden over de verlossing die Hij geeft”. Jes.25:8-9. Want die smaad gaat weg van zijn volk, vers 8; de smaad van zijn volk. De smaad van dat volk was, dat ze geen heiligdom meer hadden. En omdat ze geen heiligdom meer hadden, was er eigenlijk geen plaats van geduld meer op aarde. Daarom hebben die volken ook altijd haast en druk en pressie. Het leven wordt steeds gejaagder en er moet steeds meer en iedereen wordt opgedreven; de mens heeft geen tijd meer om mens te zijn. Want de plaats van het geduld is weg.
De God nu der hope vervulle u
Loslaten is soms ook een heel wezenlijk element in je weg met de Heer. Soms moet je iets uit handen geven, want anders loop je gevaar, dat je terecht komt in een bepaalde krampachtigheid. Er zijn soms van die mooie oude zegswizen, die in wezen iets weergeven van het leven met God. In dit hoofdstuk staat een prachtige tekst, die dan ook het thema werd van zijn verkondiging: De God nu der hope vervulle u met louter vreugde en vrede in uw geloof, om overvloedig te zijn in de hoop, door de kracht des Heiligen Geestes” {Rom.15:13}. In Romeinen 15 gaat het eerst over het volk van God en de volkeren, dat die zich samen mogen verheugen.
En verder zegt Hij:Verheugt u, heidenen met zijn volk” {Rom.15:10}.
En verder:”Looft, al gij heidenen, de HERE, en laten alle volken Hem prijzen”{v.11}
En verder zegt Jesaja: “Komen zal de wortel van Isaï, en Hij, die opstaat, om over de heidenen te regeren; op Hem zullen de heidenen hopen” {v.12}.
Dan kom je in wezen dus bij je Godsbeeld uit: Hij is de God der hope. Dat wil zeggen: Hij is de grond van alle hoop. Je hoop is gefundeerd in Hèm! Wij hopen en verwachten niet zomaar ergens in het wilde weg, wij hopen maar niet tegen beter weten in. Het is niet de hoop van: laten we het beste er maar van hopen. Je hoop is gefundeerd in het wézen van God. De God die altijd Zichzelf gebleven is. Hij gaat, om zo te zeggen, ook nooit buiten zijn boekje, letterlijk niet. Hij gaat nooit buiten zijn boek, buiten de bron, die Hijzelf heeft geschreven. Hij gaat nooit buiten zijn Woord of buiten zijn principes.
Comments (0)