Weemoed

Door dr. K.D Goverts

Als eens mijn eigen adem stokt

dan draagt mij uw muziek

Er gaat zoveel energie in zitten. Gewoon in leven. In overleven. Dan heb je verder in feite nog niets gedaan. Jules de Corte zong al: “Waarom zijn de mensen zo moe? “ Je zou toch denken: een mens heeft zoveel kracht in zich, zoveel bronnen, verborgen bronnen. Daar moet toch heel wat uit komen. Zou je misschien moe worden omdat je niet weet wie je bent. Moe van het zoeken naar jezelf. Moe van het proberen iemand te zijn. En als dat dan elke keer niet lukt, dan maar kijken of je het kunt redden met wat je hébt. Dan neemt hebben de plaats in van zijn. En hebben is toch wel doodvermoeiend. Want je hebt nooit genoeg. Je blijft zoeken, je blijft winkelen. Daarom wordt de werkweek steeds korter en de openingstijd van de winkels steeds langer. Daarom heb je een koopzondag nodig, omdat je niet weet wie je bent. Ze stond op het perron en ze zwaaide hem uit. Zo ver ze kon. Toen zag ze de trein kleiner worden, en verdwijnen om de bocht. Had hij nu nog maar iets gezegd, dacht ze en zo stond ze daar. Wachtend op een laatste woord. Een woord dat allang voorbij was.

Schrijf je nog eens af en toe? Had ze gevraagd. En hij had geknikt. Natuurlijk, betekende dat. Ze wist elk gebaar op waarde te schatten na zovelen jaren. Misschien is dat het leven: uitzwaaien. Het lijkt schamel, ging het door haar heen. Of is dat toch meer dan je denkt? Ze stond daar nog steeds. Er was allang geen trein meer te zien en het was stil geworden op het perron. Weemoed, dacht ze. Dat was de beste omschrijving van wat ze voelde. Als je het goed bekijkt, is weemoed wel een kostbaar iets, stelde ze vast. Een mengeling van hoop en wanhoop; in je handen nemen wat voorgoed voorbij lijkt. Is dat weemoed? Stilstaan bij wat er niet meer is. Of bij wat er nooit geweest is. Kansen die zo ongemerkt kwamen en even onopgemerkt passeerden. Is dat weemoed? Het gevoel dat het avond is en dat je de klok niet terug kunt draaien. En dan tot de ontdekking komen dat weemoed niet verkeerd is. Waarom zou het? Zo wordt het wel vaak voorgesteld: het mag niet want dan raak je je daadkracht kwijt. Maar je kunt het ook anders bezien. Weemoed heeft iets heel moois in zich: je koestert je pijn van binnen en misschien wordt juist daarom je verdriet verzacht.

Eindelijk geef je ruimte. Het goddelijke is ruimte. Zo zou je het Geheim van het leven heel goed kunnen typeren. Ze stond nog steeds op het perron. Maar het leek net of er iets veranderd was. Ze dacht aan de brieven die zouden komen, op gezette tijden. Brieven met heel veel nieuws, heel veel feiten, maar zo weinig hart. Want dat wilde hij wel, maar hij kon het niet. Maar toch, het was anders dan vroeger. Misschien was zij wel veranderd. Ze keek naar de wolken: en berglandschap aan de hemel. Witte bergen, grijze bergen. Een donkere gloed en een vage hand. Ze voelde zich met de wolken verwant. Een flard van een lied gleed aan haar voorbij: Ik ben een partner van de wind en de zee.

Het was net of er ruimte was, buiten, maar ook ruimte van binnen. De horizon was wijd en de spoorlijn eindeloos. Een buizerd vloog langzaam naar de hemel. Hij had nog kilometers te gaan. De landerijen strekten zich uit, tot in de verte het volgende dorp zich aftekende. Ruimte, genezende ruimte. Dat voelde ze. Ze begon te open tot waar het perron eindigde. Zo stond ze daar, op de grens van hier en niemandsland. Op de grens van woord en stilte. Op de grens van zwijgen en huilen. En ze wist: soms is dat het enige war een mens kan doen. Brieven lezen waarin de woorden ontbreken. Wachten op woorden die niet komen. Bedenken dat het weinig is maar dat het weinige genoeg is. Tevreden zijn met een trein die vertrekt. En met een hand in de verte. Wuiven naar de stille horizon. De weemoed met je meedragen als een kostbare schat. Ze vond geen woorden, maar het was alsof ze zich gedragen voelde door een goddelijke muziek. Zo stond ze daar en ze hief haar armen op. Ze zwaaide.

Comments (0)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *