Losgeld
Door dr. K.D Goverts
In het Hebreeuws vinden we het woord: kopher, כופר – de woordstam kipper כפּר, dat is bedekken, verzoenen; zoals ook in Yom Kippur, of eigenlijk Yom Kippu-rim, יום כפּורים de Dag van de Bedekkingen. Kopher is losgeld. De Zoon des mensen is gekomen om te zoeken wat verloren is, Hij is gekomen niet om gediend te worden, maar om te dienen, en om Zijn ziel te geven als losgeld [Marcus 10, 45].
Nu is er een bijzonder Geheimenis. Als de verspieders terugkomen van hun tocht door het land der belofte, brengen ze druiven mee. Er staat: zij kwamen tot het dal Eskol en sneden van daar een rank af, met een tros wijndruiven {Num. 13, 23}. Vers 24 vervolgt dan: men noemde die plaats het dal Eskol, ter oorzake van de tros die de kinderen Israëls van daar afgesneden hadden. Het woord Eskol betekent: cluster, bunch, het is een tros, een bosje. Hier is het een druiventros. In het Hooglied komt dit woord voor, met name in Hgl. 1, 14: daar zingt de ziel, de bruid: mijn Liefste is mij een tros van Cyprus. Zo de Statenvertaling. Mijn Ge-liefde is mij een tros van hennabloemen, zegt NBG 1951; une grappe de cypre, zo lezen we bij Chouraqui; en in een voetnoot tekent hij aan: dat is een plant bij de Middellandse Zee, waar henna uit voortkomt.
Maar het is heel speciaal: de grondtekst zegt: ’eshkol kopher אשכל כפר is voor mij mijn Geliefde. Nu zeggen de oude Joodse verklaarders: natuurlijk kan ’eshkol duiden op een tros, maar er is nog een diepere laag in het woord. Zij lezen het als: ’ish kol, dat is: een man in wie alles is. En kopher: Jastrow zegt: dat is een cyprus flower, een cyprusbloem. Maar we zagen reeds: kopher is rantsoen, losgeld. Niemand kan zijn broeder loskopen, horen we in Psalm 49, hij zal Gode zijn rant-soen niet kunnen geven [vers 8]: kophro, כפּרו staat er, zijn losgeld. Maar het ant-woord komt in vers 16: Echter, God zal mijn ziel loskopen uit de hand van het dodenrijk, Hij zal mij nemen.
Nu komen we terug bij het vers van het Hooglied: Watchman Nee zegt: My beloved is unto me as a cluster of camphire in the vineyards of En-gedi. En hij noteert daarbij: camphire is henna-bloemen, die Joodse meisjes gebruikten voor persoonlijke versiering, om zich daarmee te tooien. En-gedi was een plaats in de wildernis, waar David vluchtte en zich verborg. Daar een boeket henna-bloemen te vinden in die omgeving, is een hoogst ongebruikelijk gezicht. Zo was Christus voor Zijn beminde. Vanuit de oude Joodse bronnen vinden we dit: ’eshkol is de Man in wie alles is; een heel kostbare typering van de Messias, de Christus. En dan dat woord kopher, henna-bloemen. Maar ook: losgeld.
Dan horen we: mijn Geliefde is de Man in wie alles is, het Losgeld.
Comments (0)