Een hof in Eden, in het Oosten

Door dr. K.D Goverts

“Voorts plantte de HERE God een hof in Eden, in het Oosten”  {Gen. 2:8a}. In het Oosten; plaats van zonsopkomst. Het is een beetje verwarrend, want de NBG-vertaling zet boven het stuk: ‘het paradijs’. Maar het woord paradijs komt in heel Genesis niet voor. Je kunt wel zeggen dat het over het paradijs gaat, maar het woord staat er niet. Het woord paradijs heeft men later geleend uit het Perzisch en betekent: ‘een afgebakende ruimte, een afgepaalde hof’. Er komt een (letterlijk) tuin en die tuin wordt geplant.

En Hij plaatste daar de mens
“En Hij plaatste daar de mens, die Hij geformeerd had” {Gen. 2:8b}. Is het je wel eens opgevallen dat de mens twee fasen gekend heeft? De mens is niet begonnen in de hof. In vs. 7 wordt de mens geformeerd. Daarna plant de God een hof en daarna wordt de mens in die hof overgeplaatst. De mens krijgt dus een overplaatsing. De adam maakt twee fasen mee. De eerste fase is: de mens is gewoon begonnen op aar­de. En toen de tweede fase: overgeplaatst in de hof. En toen hij in de hof leefde, had hij dus gewoon nog herinneringen aan het leven op de aar­de. Maar de vrouw is begonnen in de hof. Die had dus geen herinneringen aan het leven vóór die tijd buiten de hof.

Het is goed om je bewust te worden wat een mens ­voor herinneringen heeft, want dat bepaalt vaak zijn leven. Hoe was je jeugd; hoe waren je kinderjaren? Wat heb je als kind voor Godsbeeld meegekregen en wat voor mensbeeld? Wat hebben ze je overgedragen; wat voor verhaal krijg je mee? Misschien word je als kind opgevoed met het beeld dat God de grote Bedreiger is, het Alziend oog dat alleen maar kijkt of je het er wel goed vanaf brengt; en dat doe je natuurlijk dan ook nooit. Of heb je als kind gehoord: God is anders. Dat kan al een groot verschil ma­ken; dat kan al een belangrijk stempel zetten op een mensenleven. Wat is je eerste fase? Door welke ogen heb je als kind de wereld beke­ken? Velen hebben verleerd om de wereld te bekijken door de ogen van een kind. Soms, als een mens volwassen geworden is en misschien oud is ge­worden, is hij de ogen van het kind kwijtgeraakt. “Kind in mij, kijk uit mijn ogen of ergens al de wereld daagt”. Kan dat kind in mij nog uit de ogen kijken of is dat kind in mij ergens dichtgeslagen?

Eerst was de mens op aarde en toen in de tuin. Dat was natuurlijk ook op aarde. Maar die hof was toch wel een speciale plaats.

 

Comments (0)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *