Lichtglans is HIJ
Door dr. K.D Goverts
Dit is een van de prachtige, een van de kostbare verzen uit het boek Job. De vierde vriend van Job, Elihu, is dan bijna aan het einde van zijn beschouwingen. En dan is er een moment: dan komt hij tot de magistrale uitspraak:
Lichtglans is HIJ. Bahir Hu’ הוּא בהיר Job 37, 21. Hier is in de middeleeuwen ook een Joods boek naar genoemd. De auteur heeft als titel voor zijn boek gekozen: het Boek Bahir, Sepher Bahir בהיר ספר Dat boek Bahir begint als volgt: Rabbi Nechunja ben Hakana zei: nu echter zien zij [ziet men] het licht niet, ook al straalt het in de hemelen. {Job 37, 21} Letterlijk: bahir hu’ בהיר הוא Glans is Hij, in de luchten, ba -shechaqim בשחקים
Hier wordt niet het algemene woord voor hemelen gebruikt: shamajim שמים maar shechaqim, שחקים – dit is een van de zeven hemelen, zoals de Joodse traditie hier-over nagedacht heeft. Dit is dan de derde hemel, die verband houdt met Netsach en Hod, met Eeuwigheid en Majesteit. Dit is het: wij zien het licht niet – zoals ook de Hebreeënbrief zegt: thans zien wij nog niet dat Hem alle dingen onderworpen zijn. Echter: Bahir Hu’: Lichtglans is HIJ. Zoals Hebr. 2 vervolgt: maar wij zien Jezus, met eer en heerlijkheid gekroond. Deze twee woorden zijn zo kostbaar, in deze donkere dagen. Dit te mogen schrij-ven boven alle nacht, boven alle galut, boven elke exil. Bahir Hu’ בבהיר הוא
HIJ is Lichtglans, in de derde hemel. Dat is die hemel waar Paulus geweest is; zoals hij schrijft in 2 Cor. 12: opgetrokken tot in de derde hemel, en onuitspreke-lijke dingen gehoord, die het een mens niet geoorloofd is uit te spreken.
Lichtglans, Bahir בהיר is HIJ. Job 37 eindigt dan met de verzen 23 – 24 in de vertaling van Bullinger:
de paden van Shaddai kunnen wij niet vinden,
zo groot, zo groot is Hij
in kracht, in recht en in veelheid van gerechtigheid,
daarom kunnen de mensen alleen maar in ontzag voor Hem staan,
want niemand kan Hem kennen, al is hij nog zo wijs.
Waarom sommige vertalingen daar nu van maken: geen der eigenwijzen ziet Hij aan. Eigenwijs: dat staat er niet. Het gaat om iets geheel anders: ook de wijze mens staat voor een grens, de grens van zijn kennen en weten. De Eeuwige is de Verborgene. Zoals de middeleeuwse Joodse denkers zeiden: Hij is in concealment, in verborgenheid. Shaddai, wij vinden Hem niet. Van ons uit kan het niet: alleen als Hij zich laat vinden. Als Hij ons binnen brengt in Zijn verborgenheid.
Comments (0)