God legt zijn heerlijkheid in de mens
Door Joop Neven
“Opdat Hij u geve, naar de rijkdom van zijn heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de inwendige mens”. {Ef.3:16}.
Die heerlijkheid is bij Paulus die bron.
Die heerlijkheid is de lichtglans, maar ook de bron van zijn wezen.
Heerlijkheid is, je zou kunnen zeggen, je bestemming.
Heerlijkheid is, dat je bent waar je moet zijn.
Heerlijkheid is je eindbestemming en tegelijk je oorsprongsbestemming.
Heerlijkheid is, dat alle dingen zijn zoals ze bedoeld zijn.
Heerlijkheid is het einde van alle pogingen, einde van alle proberen.
Want in God is heerlijkheid: de volmaakte rust, de volmaakte sjaloom, de volmaakte heelheid, de volmaakte gedachte.
Heerlijkheid is, dat bij Hem alle dingen op hun plaats vallen.
God hoeft niets te proberen, God hoeft geen experimenten op touw te zetten op de manier van: Hoe zullen we het nu eens aanpakken, wat zullen we nu eens proberen?
God legt zijn heerlijkheid in de mens
Je kunt zeggen: De mens is de heerlijkheid van God. Maar je kunt het ook van de andere kant bekijken. Er zitten zoveel kanten aan, wat dat betreft is het net als een prisma met vele facetten. Je kunt het dus bekijken vanuit de mens en dan zeg je: God legt zijn heerlijkheid in de mens. Maar je kunt het ook bekijken vanuit Gods hart. Het is allebei waar; de waarheid moet je altijd van verschillende kanten belichten, dan wordt het nog mooier. Gods heerlijkheid; de oude dogmatici hadden daar een mooi woord voor. Ze noemden dat zijn aseitas. Zijn aseitas wil zeggen: God bezit alles in en uit Zichzelf. God is volmaakt uit Zichzelf. God hoeft het nergens te halen en Hij hoeft het ook nergens te zoeken. Ase betekent: uit zichzelf. De dogmatici hebben er een zelfstandig naamwoord van gemaakt, om daarmee aan te geven: God is Zichzelf genoeg, in de positieve zin van het woord. Hij houdt van zijn mensen en Hij wil het niet zonder zijn mensen doen, maar al zijn bronnen zijn in Hemzelf. Hij komt nooit iets tekort, dus Hij hoeft ook nooit in paniek te raken. Hij is niet onderhevig aan de mode. Hij raakt ook niet op drift. God is nooit op jacht, maar Hij is ‘uit Zichzelf’.
El Sjaddai, de Genoegzame
Daar zit iets heel moois in: Hij is volmaakt in Zichzelf, dat is zijn heerlijkheid en daar kan niets en niemand wat aan veranderen. Daar kan geen macht der duisternis iets op afdingen of aan afdoen. De klassieke denkers hebben gezegd: Dat is ook één van de eigenschappen van de Eeuwige. De rabbijnen hebben dat onder woorden gebracht met de naam El Sjaddai, Hij is de God die genoeg heeft. Sjaddai; wat dan vaak wat pogend en pover vertaald is met ‘de Almachtige’, maar wat eigenlijk vanuit de Septuagint is: Hikanos, Hij is de Genoegzame. De God die genoeg heeft en genoeg is. Hij is volmaakt in en uit Zichzelven.
Comments (0)