Vergelden naar zijn werk
Door dr. K.D Goverts
“Want Gij zult ieder vergelden naar zijn werk” {Ps.62:13}. Hierbij komt dan vaak de negatieve associatie: je zult dus wel straf krijgen. Het Hebreeuws heeft geen woord voor straffen. In dat verband wordt dan een woord gebruikt, dat eigenlijk corrigeren betekent. Bij het woord vergelden in bovenstaande tekst wordt vaak gedacht: God neemt wraak, gaat straffen. Je werk is onder de maat en nu hangt er iets boven je hoofd. Godsbeeld en mensbeeld beïnvloeden hier elkaar ook wederzijds. De grondstam van het woord vergelden is dezelfde als van sjaloom. Dat woord wordt meestal met vrede vertaald. In deze psalm staat dus: “Gij zult een ieder tot vrede brengen”. Als God gaat vergelden, heeft dat een positief doel. Vergelden is het doel niet, maar vergelden heeft een doel. Als God gaat vergelden zet Hij het je niet betaald, maar zal Hij voor jou betalen! “Ik zal u de jaren vergoeden, toen de sprinkhaan alles opvrat”{Joël 2:25}. Je kunt ook vertalen: “Ik zal u vergoeden de jaren”. Psalm 62:13 kun je dus ook vertalen: “Want Gij zult ieder vergoeden naar zijn werk”
De wraak van Jozef
In het verhaal van Jozef zie je zo mooi, wat de Bijbel onder wraak verstaat. “En ze zetten zich neer om BROOD te eten” {Gen.37:25}. Het NBG heeft het woord brood helaas weggelaten. De broeders van Jozef willen brood eten zonder hun broeder. Door de geschiedenis heen heeft men dat altijd weer geprobeerd. Brood eten, terwijl je broeder in de put zit. De broers van Jozef hebben hun broodvoorziening in de put gegooid. En dan is de wraak, dat ze uiteindelijk met hangende pootjes in Egypte komen om aan de verworpen broeder om brood te vragen. Gods wraak bestaat uit brood! Jozef zette het zijn broers betaald; hij betaalde met brood. Dat is een motief door de Schrift heen: bij de verworpen broeder moet je je brood halen. Maar dan wel zo, dat je ook bij die verworpen broeder tot inkeer komt. Jezus, als het brood des levens, werd ook de verworpen Broeder. “Maar alle stammen der aarde zullen over Hem weeklagen” {Op.1:7}. Hij zal erkend worden als de verworpen Broeder, die ze doorstoken hebben. Dat is dan een gezegende weeklacht. Op het moment, dat de mens gaat weeklagen, komt hij thuis. Op het moment dat ze huilen, zijn ze bij God. Huilen kan genezend werken. Tranen openen poorten. En zalig zijn de treurenden.
Wraak oefenen aan de volken
“Om wraak te oefenen aan de volken, bestraffingen aan de natiën” {Ps.149:7}. Wraak betekent ook hier: herstel van de rechte verhoudingen. Je gaat wraak oefenen door die koningen (die geestelijke vorsten) uit vers 8 te binden. Bestraffingen betekent eigenlijk: correcties. “Om het beschreven recht aan hen te voltrekken”. Dat betekent dan, dat die volken eindelijk tot hun recht komen, door Gods Naam over die volken uit te roepen. “Dan zullen de volken worden wie ze zijn, eindelijk door U gekend en wèl ter tale”.
De wraak van Job
De vrienden van Job kenden alleen de afgod van de vergelding in negatieve zin. Aan het eind van het boek Job wordt Job voorbidder voor die vrienden, dat is de wraak van Job. Dat is het hoogtepunt van het boek Job. Hij mag voorbidder worden voor de vrienden, tussentreder: de mens die recht en waarheid aangaande God gesproken heeft en die vanouds de taak van voorbidder al kende (zie Job 1:5). Hij die nu bovendien ingeleid is in de geestelijke wereld, is degene die geschikt is om deze opdracht te vervullen. De vrienden kenden alleen de afgod der vergelding. Op Golgotha bidt Jezus voor zijn beulen, dat was zijn vergelding.
Vergelding en straf
In het bijbelse denken kom je dan op het terrein van de vergelding. Vergelden heeft niet de betekenis van: straffen. Het Hebreeuws heeft in wezen geen woord voor straf. Er is in dit verband wel het woord jachag, dat eigenlijk corrigeren betekent. Dat vertaalt men dan vaak met straffen. Een bepaalde daad brengt gevolgen met zich mee. Dat is, wat bij vergelding zo’n grote rol speelt. Daden hebben hun werkingssfeer. De daden van een mens werken iets uit. Wat een mens zaait, zal hij oogsten. De Bijbel (Numeri) heeft dan de zegswijze: “Iemands kwaad zal op zijn eigen hoofd neerkomen”. Dat kwaad heeft dan een soort boemerangeffect. Door wat een mens doet, roept hij iets op. Dat heeft niets te maken met het idee, dat God door jouw kwade daden je ellende zou willen bezorgen. Maar doordat de mens bepaalde risico’s neemt, komt hij op verboden terrein. Dan loop je het gevaar, dat je gebeten wordt door allerlei machten en krachten. Dan stap je buiten de bescherming.
Comments (0)