Het is principieel onmogelijk van God gescheiden te zijn
Door dr. K.D Goverts
Je hoort – hoe dan ook – bij God. God blijft liefhebben, Hij is een Vader, die blijft liefhebben. God hoeft de mensen ook niet te straffen, want Hij heeft ze nooit veroordeeld. Van Gods kant hoeft God de mensen niet te verzoenen, want Hij heeft ze nooit veroordeeld. Veroordeling zit in de mens. Een mens kan gevangen zitten in gevoelens van angst, van haat, van wrok. En dat gaat dan je leven bepalen. En dan wordt de vraag: hoe komt de mens uit die cirkel van schuld en schuldgevoel. Veel mensen zitten hun leven lang achter die gesloten deuren van schuldgevoelens. Dan wordt het leven een wachtkamer, maar waar wacht je dan op? Sommige mensen weten niet eens meer dat ze in een wachtkamer zitten. Zo zijn er mensen die gevangen zitten in de schuld en de sleutel niet meer kunnen vinden. De deur zit op slot en de sleutel is weg. Daarin komt dan het verhaal van de Messias, de weg van Jezus. Het is dus niet zo, dat God tot Jezus zegt: Jij moet sterven. God wil geen offer. Van Gennep heeft het eens zo gezegd: “God is niet de commandant van het executiepeloton van zijn Zoon”. God zegt niet: nu moeten jullie mijn Zoon executeren en daar sta Ik achter, als een soort Goddelijk plan.
De liefde van waaruit Jezus leefde, wordt vaak niet begrepen, wordt vaak miskend. Maar Jezus ging door, Hij blééf liefhebben. Ook toen het steeds pijnlijker werd, toen het Hem steeds meer ging kosten. Aan de ene kant is daar dus het onbegrip, het niet-begrijpen. Soms ook de weerstand tegen de liefde. Aan de andere kant zijn daar de machten van het kwaad, die zeggen: het mag niet; dit moeten we stoppen; deze liefde moeten we doven. Die liefde van Jezus wordt dus op allerlei manieren betwist. Van alle kanten wordt geprobeerd om die liefde te kraken. En wat doet Jezus dan, want dan komt het erop aan, niet van buitenaf, maar van binnenuit. Juist terwille vàn de mensen. Stel je voor dat Jezus ermee opgehouden was, dat Hij gezegd had: Ik heb de mensen liefgehad, nu moeten ze het dan maar weten, Ik ga nu maar naar de hemel. Dan had Jezus ze liefgehad, maar niet tot het einde. Dan had de mensheid wellicht gedacht: waarschijnlijk was het niet echt, want uiteindelijk hield Hij er toch mee op. Dan had men kunnen zeggen: zo doen ze allemaal, alle liefde heeft een grens. Er komt een punt dat ze je laten vallen.
Maar als ze de Liefde dan aan het kruis slaan, dan is dat het meest grootse, dat die liefde, zelfs in het laatste uur, blijft! Jezus blijft liefhebben, ook in dat laatste uur. Ook in de uiterste verwerping. Als die liefde dan verworpen wordt, verwerpt Hij hen niet. Als Hij wordt afgewezen, wijst Hij hen niet af. Hij vergeeft die Hem het hart gebroken heeft. En dan zegt een oud lied: Aan het harde kruis is het diepste woord gesproken. Dan ga je misschien toch in beeld krijgen, waarom Jezus gestorven is. Niet zozeer: waarom moest Hij sterven, maar: waarom ìs Hij gestorven. Van binnenuit, omdat de liefde door wilde gaan tot elke prijs. En om de mensen te bewijzen, en voor eens en altijd zeker te laten weten: deze liefde houdt nooit meer op. Zelfs een kruis kan deze liefde niet breken. Als de duivel Jezus zo ver had kunnen krijgen, om dit te herroepen, om deze liefde te beëindigen, dan had hij het gewonnen. Dan was Jezus naar de Vader gegaan, alleen, dan had Hij niemand mee kunnen nemen. Dan was er toch verdriet geweest in de hemel, alleen maar verdriet.
Tom Naastepad zegt: “De uiterste consequentie zou dan zijn, dat alleen Jezus gered was”. Maar Jezus wil ze allen meenemen. Daarom gaat Hij de buitenste duisternis in. Om daar te zijn, waar mensen ver van huis zijn. Voor Jezus was het lijden iets van binnenuit. Het kwam niet van buitenaf. Het was niet iets wat Hem opgelegd was. Tom Naastepad zegt ergens: “Het was voor Jezus geen offer”. Het was voor Jezus alleen maar toewijding. Hij was toegewijd aan God en Hij was toegewijd aan de mensen.
Comments (0)