Die zes watervaten

Door dr. K.D Goverts

Die zes watervaten staan daar dus als symbool van de wassingen. “Elk met een inhoud van twee of drie metreten”. Nu gaat het er natuurlijk niet om om te kijken hoeveel liter dat wel niet is. De verteller zegt met opzet ‘twee of drie’. Je moet dus oppassen, dat je in de vertaling daar niet een ander getal van gaat maken. In de populaire weer­gaven wordt dan gezegd: dat was 600 liter.

“En dan krijg je allerlei spe­culaties over de gigantische hoeveelheid wijn, die daar straks gepro­du­ceerd wordt. In kinderbijbels en catechese­pro­jec­ten is deze bruiloft een ge­weldig en dus uit de hand gelopen feest gewor­den. Het hele dorp deed mee. En toen kwam ook nog Jezus met zijn leer­lin­gen, je weet hoe dat gaat. En van het één komt het ander. En op het laatst heb je daar dus 600 liter. “Zes kruiken water, elk van 80 tot 100 li­ter”, zo ‘vertaalt’ de Groot-Nieuws-Bijbel. Het is fijn, dat ze zo vertalen; nu weet de lezer of lezeres tenminste waar hij of zij aan toe is en wat hij of zij verwachten kan.

Indruk zal het wonder wekken, het was toch een hele plas. Zo boeiend als die informatie, in liters uitgedrukt, ook mag zijn, zo weinig doet zij terzake. Johannes heeft de kruiken gemeten in twee of drie metreten. Wie vertaalt wat er staat, laat de lezer wikken en wegen”. Als er staat ‘twee of drie’, denk je natuurlijk: de maat was tussen de twee en de drie. Maar Johannes wil hier iets heel anders zeggen. Het gaat hier om de ruimte tussen de Voorbereidingsdag op weg naar Pasen, dan Jezus wordt gekruisigd, dan de dag van de Voorbereiding en dan de derde dag, tussen de twee en de drie. Uiteindelijk kom je dan uit bij wat je zou kunnen noemen ‘stille zaterdag’. Na de eerste twee komt de derde, dat is de grens van dood en  verrijzenis, de grens van dood en leven en herleving

Het gaat dus om Joodse verhalen en je moet wel oppassen, dat je dat niet gaat weg vertalen door allerlei toelichtingen. “Groot Nieuws voor u toegelicht” zegt: misschien wijst de overvloed van wijn, bij uitstek de drank, die bij feestvreugde hoort op de heilstijd, die nu met Jezus is aangebroken. ‘Overvloed’, het lijkt wel een beursbericht. Johannes spreekt trouwens niet van ‘overvloed’, die zegt: gij hebt de goe­de wijn bewaard. “Gewone mensen begrijpen dat allemaal niet, dat is ook veel te moeilijk. Al prutsend breekt de heilstijd wel aan. Moet je het goede verhaal naar de men­sen brengen? Zou het dan niet beter zijn andersom? Mensen brengen naar deze goede verhalen. Oefenen en leren; er valt heel wat te beluis­te­ren. Want wie Bijbel wil lezen of leesbaar wil maken, heeft niets anders dan deze tekst: twee of drie metreten.” Dat je eventueel ook nog kunt bedenken of berekenen hoeveel liter dat dan mag zijn, is punt twee. Maar het staat er niet! Dat had Johannes dan ook wel kunnen bedenken en eventueel in de tekst erbij kunnen zetten, als hij dat gewild had.

“Lezen kost tijd, mag het! Vooralsnog moeten we er van uitgaan, dat deze verhalen gehóórd willen worden”.

Comments (0)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *